Jaap Maas, klinisch arbeidsgeneeskundige van het Amsterdam UMC en lid van de subcommissie vaccinatie werknemers van de Gezondheidsraad
‘In 2014 zijn we voor het eerst bij elkaar gekomen om na te denken over een goede structuur voor het vaccineren van werknemers. Dit betrof niet alleen zorgmedewerkers, maar medewerkers in algemene zin. Het begon met het advies om medewerkers vaccinatie aan te raden, ter bescherming van zichzelf, hun omgeving en voor de zorg, hun patiënten.
Nieuw in het advies is dat de Gezondheidsraad griepvaccinatie nu ook aanraadt voor werknemers die werken in een relatief kleine werkruimte en die veel in contact komen met andere mensen, zoals bus- en taxichauffeurs.
‘Kans op ontstaan nieuwe virussen beperken’
Hetzelfde geldt voor laboratoriummedewerkers die veel werken met griepvirussen. Een griepprik zou verder volgens de raad ook ter beschikking moeten komen van medewerkers die via laboratoriumwerkzaamheden blootgesteld kunnen worden aan het griepvirus zelf.
Ook oppert de Gezondheidsraad volgens Jaap Maas om werknemers die kunnen worden blootgesteld aan vogelgriep, de vaccinatie tegen seizoensgriep aan te bieden. ‘Dat werkt niet tegen vogelgriep zelf, maar kan wel de kans op het ontstaan van nieuwe virussen beperken. Ook dit weer allemaal ter bescherming van zichzelf en derden.’
Griepvirus muteert vaak
Ouderen worden als sinds jaar en dag uitgenodigd voor griepvaccinatie, benadrukt Maas. ‘Het griepvaccin is niet ideaal. Een half jaar van tevoren wordt er vastgesteld welk virus er aan komt. Maar het griepvirus muteert vaak en dan hoop je dat je ondertussen het goede vaccin ontwikkelt. De effectiviteit wisselt per jaar.’
Zorgmedewerkers lopen volgens hem echter ten opzichte van andere mensen, een vrij groot risico op besmetting met influenza. ‘Uit onderzoek blijkt dat dertig tot zestig procent van de mensen die griep heeft, dat zelf niet weet. Bovendien ben je al besmettelijk, twee dagen voordat je klachten krijgt. De kans op het overdragen van griep is daardoor best groot.’
‘In 2014 zijn we voor het eerst bij elkaar gekomen om na te denken over een goede structuur voor het vaccineren van werknemers. Dit betrof niet alleen zorgmedewerkers, maar medewerkers in algemene zin. Het begon met het advies om medewerkers vaccinatie aan te raden, ter bescherming van zichzelf, hun omgeving en voor de zorg, hun patiënten.
Nieuw in het advies is dat de Gezondheidsraad griepvaccinatie nu ook aanraadt voor werknemers die werken in een relatief kleine werkruimte en die veel in contact komen met andere mensen, zoals bus- en taxichauffeurs.
‘Kans op ontstaan nieuwe virussen beperken’
Hetzelfde geldt voor laboratoriummedewerkers die veel werken met griepvirussen. Een griepprik zou verder volgens de raad ook ter beschikking moeten komen van medewerkers die via laboratoriumwerkzaamheden blootgesteld kunnen worden aan het griepvirus zelf.
Ook oppert de Gezondheidsraad volgens Jaap Maas om werknemers die kunnen worden blootgesteld aan vogelgriep, de vaccinatie tegen seizoensgriep aan te bieden. ‘Dat werkt niet tegen vogelgriep zelf, maar kan wel de kans op het ontstaan van nieuwe virussen beperken. Ook dit weer allemaal ter bescherming van zichzelf en derden.’
Griepvirus muteert vaak
Ouderen worden als sinds jaar en dag uitgenodigd voor griepvaccinatie, benadrukt Maas. ‘Het griepvaccin is niet ideaal. Een half jaar van tevoren wordt er vastgesteld welk virus er aan komt. Maar het griepvirus muteert vaak en dan hoop je dat je ondertussen het goede vaccin ontwikkelt. De effectiviteit wisselt per jaar.’
Zorgmedewerkers lopen volgens hem echter ten opzichte van andere mensen, een vrij groot risico op besmetting met influenza. ‘Uit onderzoek blijkt dat dertig tot zestig procent van de mensen die griep heeft, dat zelf niet weet. Bovendien ben je al besmettelijk, twee dagen voordat je klachten krijgt. De kans op het overdragen van griep is daardoor best groot.’