Skip to content

Er is verwarring over wat de griep precies is. Veel mensen zeggen dat ze griep hebben als ze vaak moeten hoesten of koorts hebben, maar dit is lang niet altijd griep. Griep is een ziekte die veroorzaakt wordt door het influenzavirus. Het is een besmettelijke ziekte die u dus kunt door kunt geven aan iemand anders of van iemand kunt krijgen. De informatie in dit artikel gaat over deze echte griep.

Waar komt griep vandaan?

Het influenzavirus dat griep veroorzaakt is erg besmettelijk. Het zit in speeksel, snot en slijm. Daarom geven mensen het snel aan elkaar door. Dit kan zelfs via dingen die door iemand met griep zijn aangeraakt.

Hoe besmettelijk is griep?

Het duurt één tot twee dagen voordat de klachten beginnen, maar ook voor die tijd is iemand met griep al besmettelijk. Veel mensen geven steken daarom al anderen aan voordat ze zelf weten dat ze besmet zijn.

Ook nadat de klachten weer voorbij zijn, kan iemand met griep nog andere mensen aansteken. Dit kan soms wel vijf dagen duren, bij kinderen zelfs langer.

Waarom heb ik steeds weer griep?

Dat u vaker één keer griep kunt krijgen, komt omdat er niet maar één soort griep is. Er zijn allerlei verschillende soorten en die veranderen steeds weer. U kunt zo steeds weer opnieuw besmet worden.

Wel zijn er bepaalde griepsoorten die het meeste voorkomen. Dit zijn influenzavirus A en B. De type A-virussen zijn weer verder onder te verdelen in subtypen. Misschien heeft u wel eens de naam H1N1 voorbij zien komen. De influenza-B-virussen worden onderverdeeld in lijnen, namelijk de Yamagata-lijn en de Victoria-lijn.

Wat is het verschil tussen griep en verkoudheid?

Griep wordt veroorzaakt door het influenzavirus, verkoudheid door verschillende andere virussen, maar meestal door het rhinovirus.

Het grote verschil tussen verkoudheid en griep is dat de klachten bij een verkoudheid minder erg zijn. De symptomen van griep en verkoudheid verschillen ook van elkaar. Bij een verkoudheid hoort bijvoorbeeld geen hoge koorts, bij een griep vaak wel. Ook zorgt het bijna nooit voor ernstige complicaties. Een griep kan erge gevolgen hebben, zeker als u bij een risicogroep hoort.

Wat zijn de klachten/symptomen bij griep?

Echte griep is te herkennen aan een aantal klachten/symptomen. De meest bekende is hoge koorts. Ook krijgt iemand met griep vaak last van koude rillingen, spierpijn en droge hoest. Hieronder staan de symptomen waaraan u een griep kunt herkennen:

  • Hoge koorts, binnen 12 uur oplopend tot 39 graden
  • Koude rillingen
  • Hoofdpijn
  • Heftige spierpijn en vermoeidheid
  • Keelpijn en droge hoest

Wat helpt tegen griep?

Bij de meeste mensen gaat griep vanzelf weer over, zonder blijvende klachten of gevolgen. Het is vervelend, maar verder relatief onschuldig. Er bestaan ook geen medicijnen die de griep genezen. In de meeste gevallen is het advies om rust te nemen en genoeg water te drinken. Tegen de pijn en de koorts helpt paracetamol wel wat (voor volwassenen maximaal 4 maal daags 2 tabletten van 500 mg). Je kunt je wel tegen de griep beschermen door de griepprik te nemen. Daarover leest u later in dit artikel meer.

Wat is de kans dat ik griep krijg?

Ieder jaar krijgen veel mensen in Nederland griep, maar niet iedereen. Het gaat om slechts 5 tot 10 procent van de mensen. Als er veel griep tegelijkertijd voorkomt, dan wordt al snel gesproken van een griepepidemie.

Van een epidemie is echter pas sprake als er twee weken achter elkaar meer dan 58 per 100.000 inwoners bij hun huisarts aankloppen met griepachtige klachten. Op de website van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu wordt bijgehouden hoeveel griep er voorkomt in Nederland.

Hoe zorg ik ervoor dat ik geen griep krijg?

Nooit griep krijgen is lastig, zeker als veel mensen om u heen het hebben. Er is wel een manier om de kans dat u het krijgt zo klein mogelijk te maken. Hiervoor is de griepprik.

Wat doet de griepprik?

De griepprik bevat een afgezwakte en dode vorm van het griepvirus. Door dit toe te dienen maakt het lichaam afweerstoffen aan en wordt de kans op griep kleiner. Omdat het virus in de prik niet meer leeft, is het niet mogelijk om ziek te worden door de griepprik.

Wel kunnen er enkele bijwerkingen optreden, zoals lusteloosheid, hoofdpijn of een lichte verhoging, Dit gebeurt omdat het lichaam de inenting verwart met een echte besmetting. Dit betekent dat de griepprik werkt, want deze bijwerkingen ontstaan doordat het lichaam afweerstoffen aanmaakt.

Waarom de griepprik?

De griepprik is vooral bedoeld als voorzorgsmaatregel voor mensen die meer risico lopen op de ernstige klachten die een griep kan veroorzaken. Voor deze groep mensen kan griep grote gevolgen hebben, zoals een longontsteking.

De griepprik verlaagt de kans op zulke ernstige klachten en beschermt tegen een aantal veelvoorkomende varianten van het griepvirus. Het verlaagt ook de kans dat u griep krijgt, al kunt u het nog steeds wel oplopen. In dat geval zijn de klachten wel milder en is er ook minder kans op ernstige klachten.

Waar haal ik een griepprik?

De griepprik wordt ieder jaar gratis aangeboden aan mensen die meer risico lopen op ernstige klachten. Later op deze pagina vindt u een opsomming van alle risicogroepen. Maar ook als u niet bij een risicogroep hoort, kunt u de griepprik halen. De kosten hiervoor moet u dan wel zelf betalen en u heeft er een recept van de huisarts voor nodig.

Welke risicogroepen zijn er?

Bepaalde groepen mensen lopen meer risico op ernstige klachten na besmetting met het griepvirus. Denk aan ouderen of iemand die behandeld wordt voor kanker en daardoor een verminderde weerstand hebben. De groepen die een hoger risico hebben, krijgen van hun huisarts jaarlijks een uitnodiging om de griepprik te halen. Dit zijn de volgende mensen:

  • Mensen met een leeftijd van 60 jaar of ouder
  • Mensen met longziekten en aandoeningen aan de luchtwegen, zoals astma, chronische bronchitis of longemfyseem
  • Mensen met hartziekten, zoals mensen die een hartaanval gehad hebben, mensen die hartklachten hebben zoals hartritmestoornissen, of mensen die een hartoperatie hebben ondergaan
  • Mensen met diabetes (suikerziekte); niet alleen mensen die insuline spuiten, maar ook de mensen die tabletten met bloedsuikerverlagende middelen slikken of een diabetesdieet volgen
  • Mensen met een nieraandoening; vooral als de nieren door een ziekte niet goed werken (dus niet bij nierstenen)
  • Mensen met weinig weerstand door andere ziekten of door een medische behandeling, bijvoorbeeld mensen die recent een beenmergtransplantatie hebben ondergaan, mensen die met hiv zijn geïnfecteerd, mensen waarbij de milt is verwijderd (asplenie), mensen met een auto-immuunziekte, mensen met leukemie (bloedkanker) en mensen die chemotherapie of bestraling ondergaan
  • Mensen met een leeftijd vanaf 6 maanden tot 18 jaar die langdurig salicylaten gebruiken (bijvoorbeeld bij chronische darmaandoeningen)
  • Mensen met een verstandelijke handicap die begeleid wonen
  • Mensen met een woning in een verpleeghuis die niet vallen onder bovengenoemde categorieën
Back To Top